Geven en ontvangen van een gunst: ageru / kureru / morau

Voor een uitgebreide uitleg over deze werkwoorden zie: Geven en ontvangen

Deze werkwoorden worden gebruikt voor het geven en ontvangen van iets. Wanneer ze de te vorm van een werkwoord volgen, worden ze gebruikt als hulpwerkwoord voor het geven en ontvangen van een gunst.

De betekenis van de werkwoorden en richting van geven en ontvangen blijft behouden. Het toevoegen van deze hulpwerkwoorden verandert niets aan de betekenis van de zin, maar legt de focus op het feit, dat de actie als gunst of op verzoek gebeurt.

1) Onvangen gunst: -te morau

Dit gebruiken we om aan te geven dat we iemand overhalen, of het zo regelen dat iemand iets voor ons doet. Met ander woorden, we ontvangen iemands gunst. De persoon die de gunst verleent word gevolgd door het partikel ni.

Structuur: ontvanger wa/ga gever ni gunst o morau

  • Tanaka san wa Haitaka san ni nihongo o oshiete moraimashita. – Tanaka werd door Haitaka Japans onderwezen.

  • Watashi wa chichi ni okane o kashite itadakimashita. – Ik werd door mijn vader geld geleend.

2) Geven gunst: -te ageru en -te kureru

De gever van de gunst word gevold door het partikel wa of ga. Het partikel dat de ontvanger volgt word bepaalt door het werkwoord van de zin.

  • Watashi wa tomodachi ni shukudai o tetsudatte agemashita. – Ik hielp een vriend met zijn huiswerk.

  • Watashi wa chichi ni okane o kashite sashiagemashita. – Ik leende mijn vader geld.

  • Chichi ga okane o kashite kuremashita. – Mijn vader leende me geld.

  • Sensei wa kodomo o gakkou ni tsureteitte kudasaimashita. – De leerkracht nam mijn kinderen mee naar school.


Toelichting

1) Een te morau zin kan ook gebruikt worden om iemands goedwil te erkennen voor wat hij deed voor ons, ook al heb je expliciet nergens om gevraagd.

2) Als je het idee van “een gunst doen voor iemand” wilt toevoegen aan een zin met een hoofdwerkwoord dat geen plaats heeft voor een ontvanger, kan je de ontvanger in het bijzonder vermelden met no tame ni.

  • Watashi wa kaimono ni ikimashita. – Ik ging shoppen.
  • Watashi wa Tanaka san no tame ni kaimono ni ikimashita. – Ik ging shoppen voor Tanaka.

3) De ontvanger bij kureru is gewoonlijk de spreker en word daarom weggelaten. Wanneer een hoofdwerkwoord gebruikt word dat geen plaats heeft voor een ontvanger, en je wilt toch de ontvanger vermelden kan je ook no tame ni gebruiken.

  • Haha ga heya o souji shimashita. – Mijn moeder kuiste de kamer.
  • Haha ga watashi no tame ni heya o souji shite kuremashita. – Mijn moeder kuiste de kamer voor mij.

Om te weten als een werkwoord plaats heeft voor een ontvanger moet je proberen de ontvanger in de eerste zin te plaatsen. Of kort gezegd, werkwoorden die geen meewerkende persoon nodig hebben. Zo heeft een veranderlijk werkwoord als “tetsudau – helpen” een lijdend voorwerp nodig, in dit geval een persoon.