1)
Progressiviteit: de actie is bezig.
Dit
zijn werkwoorden zoals: eten, werken, drinken, lezen, wachten,
zoeken, etc. Wanneer de te vorm van deze werkwoorden gebruikt
word met iru duid dit aan dat de actie bezig is.- Haitaka san wa sensei to hanashite imasu. – Haitaka is met de leraar aan het praten.
- Watashi wa ongaku o kiite imashita. – Ik was muziek aan het luisteren.
2)
Herhaaldelijk of uit gewoonte: dit is vrij ruim te interpreteren.
- Haitaka san wa mainichi nihongo o benkyou shite imasu. – Haitaka studeert elke dag Japans.
Het
word ook gebruikt bij wat iemand doet als beroep. Dit
schept dubbelzinnigheid wanneer je geen context hebt.
- Watashi wa nihongo oshiete imasu. - Ik onderwijs Japans. / Ik ben Japans aan het onderwijzen.
Dit
kan ook gebruikt worden door de persoon die de vraag stelt.
- Haitaka san no otousan wa nani o shite imasu ka. – Haitaka, wat doet u vader?
3)
Statisch: Deze groep is vrij ruim en vereist inlevingsvermogen. Zo
word dit gebruikt voor een gebeurtenis in het verleden dat verband
heeft met het heden. Je kan het omschrijven als het resultaat van
verandering. Specifieker zelfs, verandering dat plots gebeurt, van
één moment op het ander. Daarnaast kom je het ook tegen om de
staat/situatie van een ding/persoon te zeggen.
- Watashi wa totemo yasete imasu. – Ik ben zeer mager.
- Onee san wa kekkon shite imasu ka. – Is u oudere zus getrouwd?
- Hai, kekkon shite imasu. – Ja ze is getrouwd.
- Gakusei no toki wa megane o kakete imashita. – I droeg een bril wanneer ik een student was.
Er kan
veel gezegd en geschreven worden over het gebruik van deze vorm, maar
je kan het enkel leren door het te gebruiken. Het is niet altijd
duidelijk tot welke groep te iru behoort, daarom is de context
belangrijk. Wat wel helpt zijn werkwoorden met de te iru
structuur vanbuiten te leren. Hier is een lijst van werkwoorden die
vaak met de te iru gebruikt worden, die een statische
betekenis hebben. Sommigen werkwoorden als “kiru – dragen,
aandoen” hebben varianten naargelang
wat je aandoet, hiervoor geld hetzelfde gebruik ook al staan
ze niet in de lijst.
openen |
aku |
開く |
terugkomen |
kaeru |
帰る |
te voorschijn komen |
deru |
出る |
dik worden |
futoru |
太る |
mager worden |
yaseru |
やせる |
bewolkt worden |
kumoru |
曇る |
gaan |
iku |
行く |
vallen |
ochiru |
落ちる |
binnenkomen, binnengaan |
hairu |
入る |
moe worden |
tsukareru |
疲れる |
komen |
kuru |
来る |
stuk gaan |
kowareru |
壊れる |
worden |
naru |
なる |
opklaren |
hareru |
晴れる |
sterven |
shinu |
死ぬ |
opstaan |
okiru |
起きる |
begrijpen |
wakaru |
わかる |
uit gaan, weg gaan |
dekakeru |
出かける |
opstappen, rijden op |
noru |
乗る |
zitten |
suwaru |
座る |
uitschakelen, wissen |
kesu |
消す |
vergeten |
wasureru |
忘れる |
lenen |
kariru |
借りる |
afdalen, uitstappen |
oriru |
降りる |
meebrengen iets |
mottekuru |
持ってくる |
meebrengen iemand |
tsuretekuru |
連れてくる |
trouwen |
kekkon suru |
結婚する |
aandoen, dragen |
kiru |
着る |
hebben, houden |
motsu |
持つ |
wonen, leven |
sumu |
住む |
weten |
shiru |
知る |
Toelichting
1)
Shiru is een speciaal werkwoord, het heeft namelijk geen negatieve te
iru vorm maar word gewoon shirimasen (deshita).
2)
Kekkon suru en shinu zijn nooit progressief of herhaaldelijk / uit
gewoonte.
3)
Deze vorm kan ook nog in andere grammaticale structuren gebruikt
worden.
4) Er
word vaak gezegd dat te iru vorm gelijk is aan de Engelse -ing
vorm. Maar dit is slechts gedeeltelijk waar. Bij een bepaald type zin
komt dit overeen maar hoe vaker je een fout maakt, hoe sneller het
duidelijk word dat het verschilt met onze taal. Zeker wanneer je
spreekt in de verleden tijd of wanneer het verleden invloed heeft op
het heden. Dit zijn zaken waar wij geen rekening mee houden in onze
taal. Deze vorm is moeilijk voor iedereen die Japans leert en voor
Japanners een andere taal leren.
5)
Heel wat werkwoorden met een geleidelijke verandering zijn
dubbelzinnig. Ben je een berg aan het beklimmen of sta je boven op de
berg die je net beklommen heb? Als je hier nu zelf een Japanse zin
van maakt snap je waarom deze vorm moeilijk is.
Vertaal
eerst: Haitaka is dik.
Dit is
lijkt als een zeer eenvoudige vertaling. En toch maken mensen 9 van
de 10 keer hiermee een fout. Hoe dat komt nu? Heel eenvoudig, het is
een andere taal met een andere manier van denken. Om deze reden is
het belangrijk om bepaalde werkwoorden vanbuiten te leren zodat je
weet dat: Haitaka san wa futotte imasu de juiste manier is om te
zeggen dat Haitaka dik is.
De
bovenstaande lijst is een begin voor wanneer je niet meteen begrijpt
waarom een veel voorkomend werkwoord op een manier gebruikt word dat
je niet verwacht. Zo kan het zijn dat iemand zegt: “Hij is er”,
met een werkwoord als komen of gaan in de te iru
vorm. Deze werkwoorden staan in de lijst en als je erover nadenkt,
ergens zijn is een resultaat van gaan of komen.